zondag 20 april 2008

bijenwas condensatoren

Update 18 mei 2008:

Na een aantal weken luisteren naar de Jupiter bijenwas condensatoren kunnen we u melden dat ze voortaan (onder voorbehoud van levering) zullen worden ingebouwd in onze voorversterkers en phonotrap. We hebben geen nadelen kunnen constateren, wel een inspeelperiode die langer is dan we gewend zijn. Voor de zelfbouwers onder ons: geef de Jupiters echt even de tijd, en voor wie zelf met de soldeerbout aan de gang gaat: kom nooit met de soldeerbout te dicht in de buurt van de condensator zelf! Zorg ervoor dat de condensatoren niet te dicht in de buurt van heet wordende weerstanden liggen (let dus op de lay-out). Op de website van Jupiter staan wat dat betreft enkele wijze raadgevingen. Voor de rest: een weergaloos mooie condensator! Over een paar weken gaan we de enige koppel condensator in de Apotheose vervangen voor een Jupiter. In de Apotheose wordt het dus echt goed warm. Eens kijken of er geen vreemde zaken gebeuren met de bijtjes in een echt warme omgeving...
Jupiter bijenwas condensatoren
We zijn altijd bezig met onderzoek of we onze versterkers nog kunnen verbeteren. Ons gehoor heeft daarin altijd het laatste woord. Uiteraard meten we alles na, maar meetresultaten zeggen zelden iets over hoe iets nu eigenlijk klinkt, bovendien laat een versterker meestal geen andere meetresultaten zien als we een bepaald onderdeel vervangen. Koppelcondensatoren in een buizenversterker zijn van die dingen die nogal wat uitmaken in de uiteindelijke klank. We gebruiken de beste die we konden vinden, en opnieuw gaf ons gehoor daarbij de doorslag voor onze keuze. We hebben Auricaps, Jensen, Audio-Note, Mundorf en een aantal vintage NOS papier in olie condensatoren vele maanden in de versterkers gehad. Uiteindelijk bleven de Auricaps, de Mosterd condensatoren en de NOS papier in olie condensatoren. Vorige week kregen we een aantal Jupiter bijenwas condensatoren binnen. Vreemde, een beetje kleverige klompjes. Jupiters hebben geen kunststof omhulsel, het papier is ingegoten in bijenwas. Een constructie die we al zien in de oude radiotechniek. Jupiter beweert de nadelen inmiddels onder de knie te hebben. Een blijvend nadeel is dat de bijenwas condensatoren slecht tegen hitte kunnen. Een nadeel dat we de komende maanden zullen onderzoeken. Vooralsnog gebruiken we de Jupiters dus in de voorversterker en phonotrap, waar de warmteontwikkeling niet al te groot is. Komende week zal één van de koppel c's in de Apotheose worden vervangen voor een Jupiter...
En hoe klinkt een Jupiter? Al meteen na vervanging van de NOS papier in olie en de Auricap valt het zeer gave en schone hoog op. Weergaloze strijkersweergave. Het geluid van een condensator die er koud een half uurtje inzit is meestal niet te genieten, de Jupiters laten meteen al iets van het magische horen dat ze in petto hebben. Nu na een week zijn de Jupiters lekker ingespeeld (de meten is weten jongens onder u moeten echt eens met open oren luisteren naar deze verschillen!), en wij kunnen niet anders zeggen dat de Jupiters echt magisch mooi zijn. Een krankzinnige resolutie, een zijdezacht hoog, een rijke voorname klank, volledig zonder stress. Zelfs de meest lastige opnamen klinken nu vrij en makkelijk. We horen lijnen en lagen in de muziek die voorheen verborgen bleven, de Jupiters klinken zo overtuigend dat we ze vanaf nu standaard gaan gebruiken. U weet dat wij vrij nuchter zijn, maar de bijenwas klompjes vinden we echt een aanwinst.
We moeten over een aantal weken nog wel onderzoeken of de Jupiters de relatieve warmteontwikkeling goed en blijvend kunnen doorstaan. Ze gaan er dus weer uit om er aan te meten. Immers: een condensator die vroegtijdig de geest geeft of snel gaat verouderen is natuurlijk geen optie. Enfin: over een paar weken weten we wat dat betreft meer. Zoals het er nu voorstaat vinden we de Jupiters met kop en schouder klankmatig boven alle verkrijgbare condensatoren staan.
Mensen met onze voorversterkers en phono's kunnen over een tijdje de Jupiters tegen kostprijs laten inbouwen (half uurtje werk)
Sander

donderdag 10 april 2008

Casals Prades Festival. Schubert op. 99


Klassieke muziek leren waarderen heeft niet alleen te maken met muzikaliteit of aanleg. Wie al vroeg in aanraking komt met klassieke muziek en daarbij door anderen geholpen wordt bij het luisteren heeft een goede start. Toen ik vanavond deze Casals plaat draaide moest ik onmiddellijk weer aan de dagen denken die ik als jongetje doorbracht bij mijn oudere zus en haar man Joop. Joop was net getrouwd met mijn zus en ik ging daar dan soms een weekendje logeren. Joop had conservatorium, en speelde trompet. Bij hem hoorde ik voor het eerst de Mahler symfonieën, platen met grote dirigenten als Bruno Walter, Monteux, Reiner en Toscanini. Ik zie Joop nog altijd staan voor zijn Dual pick-up, heftig gebarend en enthousiast vertellend over de muziek die op dat moment klonk uit zijn zelfgebouwde speakers met de Philips 9710. Joop was ook een echte platen-verzamelaar. Vaak gingen we naar Rotterdam om naar Dankers, de Bijenkorf of Termeulen te gaan om een plaat te kopen. Een paar jaar geleden is Joop overleden, en van mijn zus heb ik een groot gedeelte van zijn platenverzameling gekregen, waaronder ook deze Casals plaat. Muziek leren waarderen, de verhalen aan elkaar doorvertellen, elkaar steunen in de zoektocht naar je eigen muzikaliteit is ook iets wat Pablo Casals voorstond. Casals die de eerste was die de Bach cellosuites weer onder de aandacht bracht van het publiek in 1935, Casals die zijn eigen festival (Prades) oprichtte om er met gelijkgestemden bekende en minder bekende kamermuziek voor het publiek te spelen. Pablo Casals was niet alleen één van de grootste cellisten van de vorige eeuw, met zijn festival in Prades onsloot hij een wereld van kamermuziek voor het publiek, en zorgde voor een revival van het intieme kamermuziek recital. Voor veel musici was optreden in Prades met Casals een eer. We danken de mooiste live uitvoeringen juist aan Pablo Casals en zijn festival. Op deze plaat horen we Casals samen met de violist Alexander Scheider en de pianist Eugene Estomin in het eerste trio van Schubert. Een prachtige, zangerige uitvoering, rond 1955 opgenomen. Het is niet de “perfectie” die we vandaag de dag horen op cd, hier en daar horen we een foutje of is de intonatie niet optimaal, maar de sfeer en muzikaliteit is tastbaar. Het is droevig te moeten constateren dat al die opnamen ooit gemaakt tijdens het Prades Festival niet meer door platenmaatschappijen worden uitgebracht op cd, zodat een jonge generatie daar kennis mee kan maken.
Sander

dinsdag 8 april 2008

Campoli speelt Saint Saens


In deze tijd van muziek op harde schijven, squeezeboxen, mp3 bestanden, de veel voor weinig en het “gemak” dient de mens mentaliteit, doen wij het nog steeds met de ouderwetse grammofoonplaat. Komt geen afstandsbediening of computer aan te pas. Met vaste hand laten we de naald in de groef zakken. Daar stappen we nooit meer vanaf! Uiteraard hebben we een cd-speler en veel muziek op cd, maar het liefst luisteren we naar een grammofoonplaat, jawel zelfs mono platen. “Gesqueezde” muziek vanaf een harde schijf komt er bij ons niet in. Wij lieten ons laatst zo'n gesqueesd” muziekje voorspelen door een “gesqueesde lounge” mijnheer die het laatste snufje van de audio/computer industrie helemaal het einde vond. Fantáástisch mijnheertje, een routertje erbij en je kunt overal in je huis muziek afspelen. Lekker zappen en browsen door je muziekcollectie, echt súúper! Nou, we vonden het niet zo súúper toen we het glazige en waterige geluid hoorden. Letten die lounge figuren (zo noemen we ze hier maar bij Tube Elysium) nu echt nooit eens op echte geluiden die ons dagelijks omringen, wonen die loungers nu nooit eens een muziekuitvoering bij, of bestaat hun perceptie van geluid en muziek uitsluitend nog in hun virtuele “hyves” wereld?
Luistert u eens naar het naargeestige geluid van al of niet gecomprimeerde muziekbestanden vanaf een harde schijf zoals dat tegenwoordig in schijnt te zijn. Let u eens op de klanken van klinkers en medeklinkers, impuls geluiden, glijdende tonen, dynamiek stapjes. Uiteraard heeft dat zeker te maken met de kwaliteiten van de omzetting of de mate van compressie of de wijze waarop het geluid wordt opgeslagen. Het kan allemaal heel aardig klinken. Maar aardig is voor ons nog niet goed! Wij beginnen er dus niet aan, bovendien hebben we helemaal geen behoefte aan overal muziek in huis, en zappen in onze muziek is ook niet zo onze stiel.

Komen we daarmee aan iets heel ouderwets: deze stokoude Decca 25 cm grammofoonplaat. Mono uit 1956. De violist Alfredo Campoli speelt met de London Sympony onder Fistoulari de Havanaise en het Rondo Capricioso van Saint Saens. Speciaal voor de “loungers”, maar ook voor de doorgedraaide audiofielen onder u die menen dat kwaliteitsweergave alleen met zeer speciale audiofiele platen-en cd-labels mogelijk is, willen wij u deze mono plaat eens onder de aandacht brengen. In de eerste plaats is deze oude Decca 10 inch een document van één van de grote violisten uit de vorige eeuw, en in de tweede plaats omdat deze mono plaat echt enorm goed klinkt. Zo kan muziek vanaf een grammofoonplaat dus klinken, puur, fascinerend, meeslepend, en echt onwaarschijnlijk dynamisch. Daar kan geen audiofiele plaat, cd of sacd tegenop! U luistert zo'n plaat ademloos van het begin tot het eind uit. Niks geen gezap of “gebrowse”, gewoon op je stoel zitten en luisteren naar muziek.

Ach, het plaatje kraakt iets (de VPI platen-wasmachine heeft 'm aardig stil gekregen), er zit een brom in de opname en hier en daar zit er een persfout in. Maar wat een opname, wat een dynamiek, wat een betoverende klank! Let wel: uw apparatuur moet echt van de hoogste muzikale orde zijn wil het plaatje zijn weergaloze klanken vrijgeven. Met een mono-element (jawel die worden weer gemaakt) klinkt ie nog mooier, maar ook met een stereo-element is het al schitterend.

Wij verzamelen overigens mono platen, u heeft misschien (nog) geen idee hoe fraai dat kan zijn, maar wij worden er soms heel opgewonden van. We kennen zelfs mensen in Japan die helemaal “monogaam”zijn gaan leven, met mono-platen, één monoversterker en één luidspreker. Weet u, we kunnen er ons nog iets bij voorstellen ook! Zonderling? Weet u wat: koopt u op de plaatselijke markt maar eens zo'n Decca, Columbia, Philips Minigroove of DG mono plaatje. Probeer het maar eens, wedden dat het echt muzikaal klinkt, naar ons idee zo muzikaal dat we al die audiofiele opnamen maar met een grote korrel zout nemen. Sterker nog: bij ons klinkt bij een demo gewoon een oude mono plaat. En over al die squeeze ellende zullen we het maar niet meer hebben...
Sander, Tube Elysium

revostyler
bezoekers sinds februari 2008

Welkom op de Weblog van Tube Elysium

Dordtse aangelegenheden...