woensdag 28 november 2007

Bach Cantates door Leonhardt en Harnoncourt




Zo'n 50 jaar geleden vroegen een aantal jonge musici zich af of het niet anders moest met de muziek uit de barok. Jonge honden nog die op zoek gingen naar de “waarheid” achter de muziek van Bach en tijdgenoten. Onder hen waren Gustav Leonhardt, Nicolaus Harnoncourt en Frans Brüggen. Harnoncourt vormde zijn Concentius Musicus Wien, en in Nederland bracht Leonhardt een aantal gelijkgestemden samen in zijn Leonhardt Consort. In die sfeer van rebellie tegen de gevestigde orde kon Brüggen allicht roepen dat elke noot in Mozart, gespeeld door het Concertgebouworkest van A tot Z gelogen was. Jonge jongens waren het nog, maar wel aardige jongens. En: ze hadden gelijk! Op zolderkamertjes werden oude partituren tegen het licht gehouden en van heinde en verre werden de originele, soms krakkemikkige instrumenten, aangesleept om er "oude" muziek op te spelen. De gevestigde orde reageerde schamper bij de verrichtingen van de "provo's" in de klassieke muziek. Het zou wel weer overwaaien... Het ging nooit meer over! Wie kan zich vandaag de dag nog voorstellen hoe we ooit hebben kunnen luisteren naar de "Matthaus" door Klemperer, wie gruwt nu niet bij het luisteren naar de Brandenburgse concerten door Karajan (die bleef gewoon stug doorgaan met zijn romantische Bach)

Ik was zelf ook nog een jonge knaap toen Harnoncourt en Leonhardt voor het eerst plaatopnamen gingen maken van de Bach Cantates. Het zal rond 1975 zijn geweest dat ik voor het eerst op de radio (in die tijd werd vooral op de BRT aandacht besteedt aan de nieuwe beweging) Leonhardt hoorde praten over Bach. Met rode oren luisterde ik op mijn zolderkamertje naar de eerste Telefunken Bach Cantate platen. Bij de BRT hoorde ik voor het eerst de gebroeders Kuijken, en Harnoncourt met zijn vreemde Biber platen. Het was een uurtje radio per week, maar een mer a boire voor mijn niet te stillen kennis en ontluikende liefde voor de muziek van Bach en zijn tijdgenoten. Al die mannen en vrouwen die naar de bron terug gingen, kwamen bij de BRT aan het woord en mochten er hun platen laten horen.

Nu, vele jaren later, luister ik weer opnieuw hevig geëmotioneerd naar die “oer” Bach door Leonhardt en Harnoncourt. Een doos met alle Cantates op 60 cd's. Als jonge knaap kon ik de platen niet betalen, nu draai ik mijn hand er niet voor om om zo'n pakket cd's te kopen.
Tja, en het is nog altijd op het puntje van je stoel luisteren naar deze Bach. Leonhardt en Harnoncourt gingen ver, heel ver. Geen vrouwelijke sopranen, maar jongens-sopranen in het koor en in de sopraan-aria's. Oude darmsnaren, oude blazers en zinken. Niet alles ging goed. Hier en daar vliegt er wel eens het één en ander behoorlijk uit de bocht. Men was in die tijd nog bezig om op de oude instrumenten te leren spelen. De Cantates werden ook zonder al te veel sessies op band gezet, geen geknip en geplak met computers omdat anders als nu, niet alles perfect behoefde te zijn. De bewondering is er niet minder om wat mij betreft. Deze uitvoeringen zijn groots, hebben een bepaalde onbevangenheid en een frisse inspiratie die we nu niet meer horen. Luisterend naar deze opnamen doet je realiseren dat er in die tijd echt iets heel bijzonders gaande was. Een nieuwe Bach, een nieuw tijdperk.
Harnoncourt ging later zijn grenzen verleggen naar het classicisme en de romantiek, Leonhardt bleef bij de muziek waarmee hij was begonnen en bleef bij zijn motto dat de muziek na Bach voor hem minder interessant is. Voor de aristocraat Leonhardt heb ik nog altijd diep respect, Harnoncourt heb ik uit het oog verloren. Maar indertijd waren die twee samen met hun Bach project onverslaanbaar!
Tot slot: luister maar eens naar de Cantate BWV 143 in deze set door Leonhardt. Tot in de puntjes gearticuleerd, sterke accenten, schitterend uitkomende koraal-melodieën in het orkest, een loepzuiver zingend jongenskoor en dat fantastisch spelende Leonhardt Consort. Elke avond een Bach Cantate...over een jaartje ben ik er doorheen...
Sander





















woensdag 7 november 2007

Bach en Janine Jansen

Onderstaand een artikel uit de NRC. Leest u even mee? Wellicht had de krant voor intellectueel Nederland iets meer aandacht kunnen besteden aan Bach en zijn meesterlijke sonates en partita's voor solo viool? Hoe bijvoorbeeld Nathan Milstein zijn leven lang worstelde met die fameuze Chaconne? Waarom Arthur Grumiaux pas op latere leeftijd deze muziek durfde op te nemen? Waarom überhaupt de allergrootste violisten pas op late leeftijd Bach's muziek voor solo viool durven op te nemen?

Kasper Jansen heeft meer oog voor het leuke T-shirt van Janine en spreekt over virtuoos spel, durf en flair. De Chaconne van Bach, afgedaan met één een enkele zin. Wellicht speelt mee dat de NRC graag cd's verkoopt van Universal Music? En Janine Jansen? Lieve meid. Speelt prachtig viool. Maar het niveau van violisten als Grumiaux, Milstein, Francescatti, Ida Haendel of Busch is toch van een ander orde. Vergeet u even de rode jurken, de T-shirts van Janine, en luister maar eens naar de écht groten der aarde. Wie weet hoort u dan een Bach met inhoud, zonder opsmuk en poespas...
_____________________________________

Violiste Janine Jansen heeft voor elk cd-project een nieuwe outfit en een ander imago. Na de rode jurk, de transparante prachtjurk voor de Vier Jaargetijden van Vivaldi en de donkere couture voor de cd met de vioolconcerten van Mendelssohn en Bruch staat ze nu in een wit T-shirt op haar nieuwe Bach-cd.
Het programma daarvan speelde ze gisteravond met veel overtuigingskracht, samen met altviolist Maxim Rysanov en cellist Torleif Thedéen, tijdens een concert in de Kleine Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw. Daar verscheen ze overigens in een vuurrood broekpak en leek ze met haar voortdurende beweeglijkheid een vlam die uit het podium sloeg.
Het was een van de negentien concerten die ze geeft in ons land, de rest van Europa en New York. Het is pure bravoure, een tournee met zo’n veeleisend programma – vijftien tweestemmige inventies en vijftien driestemmige sinfonia’s (bewerkingen van klavecimbelmuziek) en de Partita nr 2 voor viool-solo – bijna een half uur.
En dan klonk ook nog het Strijktrio (1985) van Alfred Schnittke – niet op de cd – maar hier een zwaartepunt in het concert. Het Moderato werd fors aangepakt en was extreem indringend, het Adagio was intens en vaak breekbaar.
De dertig sterk contrasterende inventies en sinfonia’s, van minder dan een minuut tot minder dan vier minuten, vergen telkens nieuwe concentratie – steeds met animo en speelsheid gerealiseerd, soms met ritmische vrijheden en wat swing.
Het hoogtepunt was de Partita met de fameuze Chaconne van bijna een kwartier, zelfverzekerd en virtuoos gespeeld, in een flink tempo en met veel durf en flair.
(Kasper Jansen, NRC)
______________________________________
Bach en het T-shirt van een violiste. Het niveau van klassieke muziek in Nederland!











revostyler
bezoekers sinds februari 2008

Welkom op de Weblog van Tube Elysium

Dordtse aangelegenheden...